Cyclocross, een sterk staaltje techniek

De laatste jaren kent de populariteit van het veldrijden ongekende hoogten en dat zelfs meer en meer tot ver over de landsgrenzen heen. Achter elke fiets waarmee de renners crossen gaat heel wat techniek schuil. De vaak onzichtbare technische kracht achter toppers als Mathieu Van der Poel, Philipp Walsleben en Sanne Cant is Itegemnaar, Dieter Clerx. Al sinds 2009 de vaste mecanicien van de BKCP-Powerplus wielerploeg van de gebroeders Roodhooft.

Je draait al een hele tijd mee in de wielerwereld. Hoe ben je daar terechtgekomen?
Dieter: De man van een bevriend koppel van mijn ouders was ploegleider en merkte al snel op dat ik interesse had in de techniek van een fiets en ook de handeling had. Hij introduceerde mij in de wielerwereld toen ik nog maar 17 jaar was. Oorspronkelijk was ik als technieker actief in het wielrennen op de weg maar in 2009 maakte ik de overstap naar het veldrijden.

Vanwaar die overstap?
Dieter: Op vraag van Christoph en Philip Roodhooft, de teammanagers van BKCPPowerplus. In 2009 werd Niels Albert voor de eerste keer wereldkampioen en wilden de broers hun ploeg uitbouwen en een sterke professionele structuur opzetten. Christoph is een perfectionist en heeft veel interesse in het technisch aspect waardoor het meteen klikte. Zijn broer zorgt voor het financiële luik. Intussen ben ik verantwoordelijk voor de service course, de centrale werkplaats en het logistieke centrum van de wielerploeg in Morkhoven.

Een belangrijke functie! Wat houdt je opdracht juist in?
Dieter: Samen met de teammanagers zorg ik ervoor dat de materiaalsponsors tot in het kleinste detail weten welke onderdelen ze moeten leveren zodat we de fietsen kunnen monteren. Elke renner heeft een trainingsfiets en minimaal drie competitiefietsen die identiek zijn opgebouwd en afgesteld. Ik zorg ervoor dat de fietsen in perfecte staat aan de start van een wedstrijd komen en tijdens de wedstrijd controleer ik de fiets op verschillende functies zoals schakelen, remmen, smering en bandendruk zodat ze tijdens het wisselen in de materiaalzone hun fiets in optimale omstandigheden aangereikt krijgen.

In zo’n professionele wereld is het waarschijnlijk ook belangrijk om mee te zijn met de nieuwste technieken?
Dieter: Absoluut! De techniek van een fiets heeft immers een invloed op de rijprestaties van onze renners. We werken voor de frames van onze fietsen nu samen het Duitse Stevens en blijven ook trouw aan alle onderdelen van Shimano en hun nevenproducten van Pro. Het elektronische schakelsysteem is nog steeds hun paradepaardje en sinds vorig jaar kan dit systeem gecombineerd worden met hydraulische schijfremmen. Dit soort remmen zijn krachtiger en hebben meer remvermogen, wat een voordeel is op heuvelachtige parcours.

Wat zijn de momenten waarvan je geniet?
Dieter: Wanneer je een bepalende factor kan spelen in de koers. Een mooi voorbeeld is er eentje van jaren geleden toen we tijdens een wedstrijd in erg barre weersomstandigheden een viscose antivriesvloeistof aanbrachten op de ketting en klikpedalen van Niels Albert zodat ze als enige ijsvrij bleven. Of enkele weken geleden nog, tijdens de Superprestige in Hoogstraten. Het parcours lag er toen erg slijkerig bij en we vermoedden dat Mathieu voordeel kon halen door twee keer per ronde van fiets te wisselen waar anderen slechts één keer wisselden. Mathieu won in Hoogstraten. Een straf staaltje teamwork dus.

Tenslotte, er zit muziek in de toekomst van het BKCP-Powerplus.
Dieter: Zonder twijfel! Met Mathieu Van der Poel, die nog maar enkele weken geleden op 20-jarige leeftijd wereldkampioen werd, Sanne Cant, die erg sterk bezig is bij de vrouwen, en onze andere renners ziet de toekomst er rooskleurig uit.